
Foto's: Fiona Whelan
Fiona Whelan heeft dozen met allerlei groenten bij zich. Wat heeft dat met geometrie te maken?! Wortels, broccoli, uien, knoflook – allemaal anders van vorm, kleur en volume. Door eerst te voelen in de doos, dan te kijken en dan te tekenen, vertalen de kinderen de groenten in geometrische vormen.
In de tweede les maken de kinderen meetkundige kleurfiguren in het platte vlak. Ze ontdekken wat basis, omtrek, zijde, hoogte en afmeting is. Ze leren met een liniaal te werken, lijnen te trekken en driehoeken te knippen. Geometrie stap voor stap.
Dan komen de kubussen op tafel: houten blokjes van gelijke afmeting. De kinderen beplakken ze met de kleurfiguren. Alle kubussen bij elkaar zijn de bouwstenen om patronen te leggen. Er zijn oneindig veel variaties. De kinderen experimenteren en spelen met hun zelfgemaakte speelgoed, waar ze eindeloos mee kunnen variëren. Fiona geeft ze allerlei opdrachten om patronen te veranderen en nieuwe gezichtspunten op te doen. Een mozaïek in de klas.